Daar werden we letterlijk overvallen door illegale taxi's. Nou zou je zeggen, nou ja, wat dan. Maarrrr, deze taxi's hangen met draadjes aan elkaar. Het zijn Lada's uit het jaar nul en de prijzen zijn anderhalf keer zoveel als een normale taxi zou kosten. Dus weigerden we waarop vervolgens geen enkele taxi op de terminal ons nog wilde vervoeren. En zat er niets anders op dan met rugzak en koffers op pad naar de grote weg. Waar we uiteindelijk een taxi aanhielden die ons naar de Playas del Este bracht. Ook dat weer opgelost, dachten we.
MOOIE STRANDEN: alleen de hotels die we uitkozen bleken van hetzelfde kaliber als de Casa in Cienfuegos, of waren veel te duur en all inclusive. En al die hotels bezochten we met alle bagage en in een zinderende hitte. Hup, daar sjouwden we weer over het hete asfalt. Onze humeur bereikte ook het kookpunt. Het liefst waren we doorgereisd naar de airport om meteen terug naar huis te vliegen. GGGRRRRRR. Maar goed, ook daar moet je mee dealen, dus besloten we om terug te gaan naar ons eerste hotel in Havana, Montehabana. Daar was het goed, dat wisten we. Alle moed bij elkaar geraapt, we waren inmiddels al 8 uur bezig die dag, en hup, weer alles in een taxi.
Montehabana zie je van ver af al liggen, en op het moment dat het in zicht kwam werden we weer een beetje blij. Het zwembad van de buren was erg mooi, groot en je kon er lekker eten. Terwijl de taxi voorreed, kwamen er allemaal druk gebarende mannetjes de trap af. No, no, imposible om er te logeren, de airco was kapot. Dat vonden we niet erg, we wilden in een fatsoenlijk hotel!! Maar het hielp allemaal niet, we werden doorgestuurd naar een ander hotel. Dat vervolgens nog duurder bleek dan het hotel in de Playa's. Shit, wat nu. Terug naar het hotel naast Montehabana, wellicht goedkoper en hopelijk nog een kamer vrij. Hmmm, de kamer hadden ze, maar voor dezelfde prijs als het vorige hotel. Inmiddels waren we zo gaar en opgefokt, dat we de kamer namen, we waren het helemaal zat.
We hebben er lekker gegeten, een goede nacht doorgebracht en de hele dag aan en in het zwembad gelegen. In de ochtend hadden we via de Lonely Planet een hotel in het midden van Havana gevonden en geboekt, simpel, klein, maar schoon en leuk. Daar zijn we rond 17.00 uur naar toe gegaan. Het feit dat we vooral IN het zwembad lagen, maakte dat we er 's avonds uitzagen als langoestinen. NIET normaal meer. Gelukkig niet echt verbrand maar toch voor de zekerheid maar niet meer gaan zwemmen de dag erna, gisteren dus. Die hebben we in de stad doorgebracht. We bezochten vele mooie plaatsen waaronder het Capitool. Zie foto's. Heel indrukwekkend. 's Avonds, op de Plaza de Armas, ontmoetten we een echte Cubaanse Mango. Mooie maar vooral heel aardig jongen, die nogal onder de indruk van Marilot was. Hij verzekerde me keer op keer dat ze guapa was, en vooral erge mooie ogen had. (Dat weet ik natuurlijk al heel lang). Er kwam nog een jongen bijzitten en toen kwamen er twee politieagenten langs; ze moesten zich beide legitimeren en pas nadat de agenten zich ervan hadden overtuigd dat ze ons niet lastig vielen mochten ze bij ons terugkomen. Op zich wel goed dat men hier zo mee omgaat, maar de manier waarop ging, voor mij in ieder geval, alle perken te buiten. Wat een machtsvertoon. We hebben later nog even met de jongens gesproken en zijn toen langs de Malecon teruggelopen richting hotel. Een uurtje of zo later kwamen we César, die mooie jongen, weer tegen. Hij liep nog een stukje mee en stond erop om ons op een Bucanero, een Cubaans biertje te trakteren. Zo stonden we met zijn drieen langs de Malecon een biertje te drinken. Keigezellig en goed voor ons spaans. Uiteindelijk hebben we afscheid genomen en hebben we de taxi teruggenomen naar het hotel waar we onze superdag afsloten met een Pina Colada. Hmmmmmmm.
Vandaag zijn we opgestaan, hebben ontbeten en even op bed gelegen en een PDK gemaakt voor deze dag. We besloten om een grote, oude begraafplaats te bezoeken. Uit een tijd dat er nog genoeg rijkdom in Cuba was om giga graven te kunnen betalen. Die, op een paar na, allemaal vervallen zijn. En, Ibrahim Ferrer, de oprichter van de Buena Vista Social Club, ligt er ook begraven. Het was interessant, en soms ook wel wat luguber. Ze halen nl graven leeg om plaats te maken. Dat doen ze zonder e.e.a. af te schermen. We hebben er een uurtje of wat rondgelopen en zijn daarna doorgelopen naar de stad. Niet op zijn Cubaans, maar op zijn Nederlands. Stevig de pas erin. En de afstand? Meer dan 7 kilometer, in dit weer. Pedro V., Marilot vindt dat ze recht heeft om opgenomen te worden in ons Bikkelteam.
We hebben net gegeten op het terras van Hotel Inglaterra, lekker rustig behalve de salsaband, een muziek die we nu wel kennen en onze oren uit komt. Vandaag de laatste dag Havana, we lopen nog wat rond, doen de laatste inkopen, nuttigen ons laatste diner hier (wat erg!!!!) en gaan lekker slapen. Morgenvroeg pakken we al onze spullen in en vertrekken dan weer richting NL. Het was een mooie, leuke, indrukwekkende, soms irritante maar vooral geweldige vakantie. Nu is het tijd voor thuis, immers thuiskomen is 1 van de leukste dingen van op vakantie gaan.
Het is mooi geweest.
M&M